For Greater Glory: the true story of Cristiada - Recensie
Deze op waarheid gebaseerde film speelt zich af in Mexico
zo rond 1926-1929, wanneer de nieuw gekozen president Calles een bestaande
Mexicaanse wet activeert en met geweld handhaaft waardoor een burgeroorlog
uitbreekt. De zogeheten ‘Cristero oorlog’.
Ik dacht altijd dat spaanstalige landen een thuisbasis
voor de katholieke kerk vormden, maar het tegenovergestelde is waar. In dit
geval ging het om een antiklerikale wet waarbij de katholieken een 10 jaar
lange vervolging zouden meemaken. Door de wet kon de antikatholieke overheid
beslissen hoeveel priesters er mochten zijn. En zelfs al waren ze er, dan
mochten ze bijna niets. Niet stemmen, niet schrijven, niet vrijuit spreken,
niet bij een vereniging zitten, en in die tijd ook geen biecht horen of
communie uitdelen.
Een deel van het volk blijft stil onder de aangenomen
wet, maar er zijn ook mensen die iets van zich laten horen. Ze beginnen een
vreedzaam protest beginnen. Maar de president verdraagt geen tegenspraak en
begint met nog hardere hand te regeren. In 1926 ontstaat een groep burgers die
tegen de overheid beginnen te vechten, de Cristeros.
Een van de hoofdpersonen is een jongen van dertien jaar
oud, José Luis Sanchez. Hij had gezien hoe het Mexicaanse leger de priester van
het dorp had geëxecuteerd. Bewogen door wat er was gebeurd besluit hij zich
samen met een vriendje aan te sluiten bij de Cristeros. Tijdens de film zie je
wat het mexicaanse volk te verduren heeft gehad, hoe er vredesbesprekingen
waren en hoe er gevochten werd. Actie, drama en ook geschiedenis, is wat je te
zien krijgt.
En dan nu even terug naar José. Wanneer hij zich bij het
Cristero leger mag aansluiten is het al snel duidelijk dat hij heldhaftig en
oprecht is, maar het blijkt ook dat hij een rotsvast geloof heeft.
In 2005 was hij door Emeritus Paus Benedictus XVI martelaar
verklaard. En een kleine hint: in de film wordt het wel duidelijk waarom.
Weetjes:
De antiklerikale wet van Mexico was pas in 1992 gewijzigd
en gedeeltelijk afgeschaft. Dus daarmee waren de in Mexico gehouden openbare Missen
van h. Johannes Paulus II in 1980 en 1990 in feite illegaal.
President Calles, een vrijmetselaar, kreeg een medaille
van het hoofd van de vrijmetselaars in Mexico als onderscheiding voor zijn
acties tegen de Katholieke Kerk.
Voordat Calles de omstreden wet activeerde waren er 4500
priesters die de mensen dienden. In 1934 waren er nog maar 334 priesters die
door de overheid bevoegd waren om hun werk te beoefenen, ze moesten 15 miljoen
mensen dienen. In 1935 waren er 17 staten die zonder priester zaten.
De naam José spreek je in het spaan uit als Gosé, en komt
van Jozef.
Gepubliceerd in Omega Magazine
Reacties
Een reactie posten